Sociaal domein

Binnen de Wmo worden de taken vanaf 2015 en de overige Wmo-taken onderscheiden. De Wmo-taken vanaf 2015 zijn de overgehevelde taken vanuit de voormalige AWBZ, waaronder Wmo-begeleiding en dagbesteding. De overige Wmo-taken bestaan uit de individuele hulpvoorzieningen, de huishoudelijke hulp en de Wmo-vervoersvoorzieningen. In de onderstaande tabel zijn de resultaten van de Wmo weergegeven.

Budgetneutraliteit is bij de gedecentraliseerde taken vanaf 2015 het uitgangspunt. Echter, net als in voorgaande jaren zijn de werkelijke uitgaven 2022 van de Wmo-taken vanaf 2015 aanzienlijk lager dan de middelen die we van het Rijk ontvangen. In onderstaande tabel is weergegeven dat bij de zomernota een positief saldo van € 911.000 is geprognosticeerd. Er is daadwerkelijk een positief saldo van € 1.209.000 gerealiseerd. Het saldo wordt toegevoegd aan de reserve Sociaal Domein. De kosten van Wmo begeleiding zijn € 279.000 lager dan bij de zomernota ingeschat. Dit wordt veroorzaakt door een afname van het aantal actieve cliënten en voorzieningen bij de Wmo begeleiding.

In onderstaande tabel zijn de resultaten weergegeven met betrekking tot de overige Wmo maatwerkvoorzieningen. Per saldo is er een voordelig resultaat van € 267.000. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de reserve Sociaal domein.  Het resultaat wordt met name veroorzaakt doordat de kosten van Wmo-vervoer lager zijn dan de middelen die beschikbaar zijn. Na de coronacrisis is er minder gebruik gemaakt van het Wmo servicevervoer.